Het is de kers op de taart van haar traject bij talenthub Inversie: de toekenning van een bijdrage door het Mondriaan Fonds, eind vorig jaar. Britte Koolen (foto links, door Scott Gorman), die minimalistische sculpturen en sculpturale installaties maakt, werd eerder al genomineerd voor de SBK Young Talent Award en exposeerde onder andere op This Art Fair en designbeurs OBJECT Rotterdam. En ook in artistieke zin ging ze, naar eigen zeggen, als een speer. Toch stond een onzekerheid haar nog in de weg: hoe presenteer ik mezelf nog beter? Met mentor Esther van Rosmalen van Witte Rook (foto rechts Marcel de Buck) ging ze daar tijdens Inversie mee aan de slag.  

 

7599
7602

Laten we maar meteen met de deur in huis vallen, Britte. Hoe presenteer jij je nu?

Britte: “Stel je eens voor dat je op straat loopt. Er komt ontzettend veel op je af: geluiden, beelden, allerlei boodschappen. Met mijn werk zoek ik een balans tussen alles wat om ons heen gebeurt en de rust, orde en balans van mijn sculpturale installaties. Visueel zijn ze meteen herkenbaar: door de orde en regelmaat en door het gebalanceerde kleurenpalet. Dat bestaat nu alleen uit rood, paars, geel en zwart en wit. Ik vind het interessant als mensen mijn werk pas zien als ze er al twee of drie keer langsgekomen zijn. Ineens wordt die hectiek van de dag doorbroken en nemen ze even de tijd om te kijken naar iets totaal anders. Dat zag je ook mooi tijdens This Art Fair. Ik hoop dat mensen een bepaalde rust vinden bij mijn werk.”

Hoe heeft Inversie je bij het scherpstellen van je verhaal geholpen?

Britte: “Inversie bestaat uit verschillende onderdelen. Eén daarvan was het maken van een ontwikkelplan. Esther is schrijver en ook nog eens sterk in het duiden van kunst. Al bij het schrijven van dat plan kwamen we erachter dat ik het lastig vind om een verhaal in één keer op papier te zetten. Maar dat het mij wel lukt om vanuit onderdelen te schrijven. In kleine happen, dus. Tijdens Inversie werkte ik aan een soort universele begrippenlijst, die me helpt mijn werk te beschrijven. Ik schreef, en daarna besprak ik dat met Esther. Zo kwam ik erachter dat ik het verhaal eigenlijk al wel in mijn hoofd had, maar dat het me alleen nooit zo goed lukte om het op papier te zetten. Door vanuit zo’n begrippenlijst te werken, lukte dat ineens wel.” 

Esther: “Het is een bekende valkuil: je bent zó bezig met maken, dat je jezelf de creatieve denkruimte niet gunt om even afstand te nemen om te reflecteren. Die stap terug is belangrijk omdat je dan pas ziet: ‘Dus dáár gaat mijn werk over’. Britte had het verhaal eigenlijk al zelf in haar hoofd, het moest er alleen nog uit komen. Daarin ligt mijn rol als mentor: ik hoef niet al die vragen op te lossen, maar kan helpen om zelf het antwoord te vinden. Dat lukte door samen met Britte dieper op haar werk in te gaan.”

En die begrippenlijst leidde uiteindelijk ook tot een succesvolle aanvraag bij het Mondriaanfonds?

Britte: “Ja, absoluut. Het Mondriaanfonds stond al een aantal jaar op mijn planning. Maar ik stopte steeds met schrijven. De startersbeurs van het Mondriaanfonds is bedoeld voor kunstenaars tot vier jaar na hun afstuderen. Vorig jaar was een kwestie van nu iets doen of niet meer in aanmerking komen.” 

Esther: “Die aanvraag was een sleutelmoment in dit proces: dat het verhaal ook echt op papier kwam. Bij Britte zag ik het besef landen dat ze het nu aan anderen kan vertellen. Ook voor mij was dit moment bijzonder. Ik zag dat ze nu zelf verder kan en mij hiervoor niet meer nodig heeft, waarmee mijn missie is geslaagd.”

Wat heb je nog meer geleerd tijdens Inversie?

Britte: “Heel veel. Maar wat de rode draad is: je hoeft als kunstenaar dus niet alles zelf te doen. Vroeger dacht ik dat alles in mijn eigen werkweek moest passen: mijn website, aanvragen doen, presenteren, publiciteit en dan ook nog eens werk maken en zelf ergens aanwezig zijn. Nu weet ik: samenwerken met anderen is erg fijn. Anderen kunnen je helpen met zaken waar je zelf misschien minder sterk in bent. Daardoor voelt het runnen van mijn eigen praktijk een stuk realistischer.” 

Esther: “Britte heeft mij ook anders naar mijn manier van werken leren kijken. Dat is het mooie van mentorschap bij Inversie: het is een gelijkwaardige relatie die je met elkaar aangaat. Een kunstenaar leert iets van mij, maar omgekeerd geldt dat net zo.”

Op dit moment werken jullie – nu Inversie afgelopen is – nog steeds met elkaar samen. Hoe zit dat?

Britte: “Dit is precies zo’n voorbeeld dat laat zien waarom samenwerken met anderen zo fijn kan zijn. Voor een pensioenfonds maakte ik tekeningen en visualisaties voor op en in hun jaarverslagen. Die opdracht kwam via Esther bij me terecht. Zij is hierbij een beetje mijn zakelijk leider. Zij onderhoudt het contact met de opdrachtgever en zorgt ervoor dat ik goed gebrieft wordt. Ook het afstemmen van feedback loopt via haar. Het is gewoon heel fijn dat ik me kan focussen op het maken, en me niet druk hoef te maken om zaken daaromheen.”

Esther: “Het pensioenfonds zocht een kunstenaar die hun visie uit het jaarverslag kon verbeelden. Geen illustrator of grafisch vormgever, nee, echt een kunstenaar. Dat op zich is al bijzonder. Met Britte klikte het meteen goed. Voor Britte is het een mooie manier om het tekenen weer op te pakken, ook iets dat ze al langer wilde. Dat kwam dus ontzettend mooi bij elkaar.”

Waar sta jij over vijf jaar?

Britte: “Dan heb ik een werk gemaakt voor de openbare ruimte, of in ieder geval een ingang daarnaartoe gecreëerd. Dat is wel echt mijn ultieme doel nu. In de openbare ruimte komt iedereen langs zo’n werk, dus niet alleen de bezoekers van een expo of beurs. Ik vind het mooi om te zien wat mijn werk daar voor mensen kan betekenen. Komende lente neem ik 49m2 over in het Zaartpark in Breda, op uitnodiging van Witte Rook. Dat is een mooie opmaat naar het werken op zo’n openbare plek waar iedereen terechtkan.” 

7601

Meer over Inversie