Voor Roeland Rooijakkers ligt de basis van zijn praktijk in het verzamelen, bestuderen, assembleren en transformeren van natuurlijke materialen uit de lokale omgeving. Dat kunnen organische materialen zijn zoals takken, gras, bladeren en zwammen, maar ook anorganische materialen, zoals aarde, zand, stenen en klei. Deze materialen weten hem te verwonderen omdat ze een tijdloos en oeroud bestaan in zich dragen dat teruggaat tot ver voor het ontstaan van de mens. “Wanneer ik met deze materialen werk, voel ik me een kleine alchemist, die iets ‘waardeloos’ zoals rottende bladeren kan transformeren naar iets bijzonders.” Door hun onbewerkte en rauwe vorm staan ze voor hem dicht bij de bron van creatie. Roeland onderzoekt hierbij zijn relatie tot de more-than-human entiteiten om ons heen en presenteert hun aanwezigheid op verschillende manieren door middel van zijn werk.