Beschrijf je stijl (of: waar schrijf je over?)
‘Mijn werk leeft op de grens tussen realiteit en fictie. Ik schrijf over nieuwe werelden, het verre verleden en de nabije toekomst. Ook komt mijn fascinatie voor taal (en meertaligheid), muziek en geschiedenis regelmatig in mijn werk naar voren. Mijn verhalen spelen vaak met een gevoel van vervreemding en vormen een ontmoetingsplaats voor wat echt is en wat echt voelt, het oude en het nieuwe, het bekende en het onbekende. Ik kan helemaal opgaan in mooie, zintuiglijke beschrijvingen en het scheppen van een interessante setting, maar uiteindelijk gaat het me om de emotionele impact van de gebeurtenissen in het verhaal.’ 

Wat zijn je media?
‘Ik schrijf voornamelijk proza, maar ook poëzie is mij niet vreemd. Het is mijn droom om ooit interactief theater te maken, bijvoorbeeld in een openluchtmuseum.’

Fragmenten

"De deur kreeg ze makkelijk opengetrapt. Ze zou het zakmes dat ze in de het dashboardkastje had gevonden, verstoppen in haar broekzak, maar voordat ze begon met dreigen kon ze altijd eerst smeken: een paar liter water maar, wat benzine voor onderweg. Eten, natuurlijk, voor zichzelf en voor haar kinderen. Namen kon ze ter plekke wel bedenken. Dan zo snel mogelijk de auto weer in. Als de politie haar later aan de kant haalde was dat niet erg: voor hen was ze niet bang. Voor het tankstation, dat na uren rijden nog niet uit haar achteruitkijkspiegel was verdwenen, wel."

-Fragment uit korte verhaal Arizona

"The day you called me, I woke to the rattling of hinges and the dull thud of the wind against glass.

Copperpod branches drummed against the mildewed window frames while rain clattered like nails down the layered roof tiles. The wind had stripped several twigs of their leaves which, with every rock of the wind, sliced their shadowy fingers across a sliver of moonlight on the wall. Through distant arches and gates, the storm howled. 

I lay one hand on my chest and forced my breath down into my lungs. My dress was plastered to my collarbones, my hair slick against my forehead and temples. For as long as I held my breath, the darkness reeled. In the corners of the room, beads of thick black gleamed from within the shadow, then dropped into long, pulsing streams that colored red in the hazy moonlight. The air was thick with the metallic tang of blood.

When I released my breath, gasping, and the walls were once again bare and perfectly white."

-Fragment uit een langer stuk