De in Rotterdam geboren Joris de Jong studeerde Beeldende Kunst bij Willem de Kooning en Codarts Circus Arts. Tijdens deze jaren herontdekte hij zijn liefde voor het fysieke, de vaardigheden en het performen. Binnen zijn opleiding komt hij in aanraking met veel verschillende disciplines en raakt hij geïnteresseerd in de beheersing van het lichaam en alles daaromheen.

Gedurende zijn hele artistieke carrière is Joris gefascineerd door de wisselwerking tussen controle en loslaten, zowel in relatie tot zijn lichaam als de ruimte en objecten om hem heen. Dit heeft hem geleid tot een diepe waardering voor het poëtische en transformatieve potentieel van objecten, lichamen en hun betekenissen. Hij streeft ernaar om voortdurend grenzen te verleggen in zijn werk, op zoek naar nieuwe verbindingen tussen mensen, objecten en elkaar. Door dit spel is hij in staat om zijn lichaam en de objecten die hij in de wereld tegenkomt opnieuw vorm te geven, te bewerken en nieuwe verbindingen te maken.

Joris' project ‘What AI See’ onderzoekt de integratie van het digitale landschap in live circusvoorstellingen door te onderzoeken hoe het zicht een brug slaat tussen het fysieke en digitale domein. Terwijl mensen, robots en AI de wereld verschillend waarnemen, probeert dit project te onderzoeken hoe de waarnemingsmethoden van AI de menselijke vaardigheden kunnen verbeteren. What AI See' onderzoekt de manipulatie van het zicht, wat we zien en hoe we het waarnemen.

Door te erkennen dat zicht prachtig bedrieglijk kan zijn, onderzoekt het project hoe ons zicht en inzicht worden beïnvloed door de digitale cultuur. Door deze concepten op het podium te brengen, kunnen we verhalen uitdrukken en verschillende belichamingen van perceptie verkennen. Het project wil licht werpen op zowel menselijke als AI-mechanica en de processen achter visuele perceptie demystificeren. Door de onderliggende code van visuele ervaringen te onderzoeken, probeert ‘What AI See’ technologie en podiumkunsten op een betekenisvolle, poëtische manier met elkaar te verbinden en perspectieven te bieden op de rol van technologie in het vertellen van verhalen.