"We zetten een programma neer voor getalenteerde makers en kijken naar hun behoeften. Alle zes de partners hebben een eigen kijk op het speelveld, dus zo’n gezamenlijk talentonwikkelingstraject is heel waardevol”, zegt projectcoördinator Petra Cardinaal. Met Merel van den Nieuwenhof begeleidt ze het traject. Ook is ze directeur van Pennings Foundation, één van de kunstinstellingen die onderdeel is van jump!. Met Galerie Mieke van Schaijk, Make Eindhoven, Luycks Gallery, Museum Jan Cunen en Galerie Nasty Alice biedt ze kunstenaars de ruimte en plek om te ontwikkelen.

“jump! heeft een experimenteel karakter, waarin makers sparren over hun positie in het veld. Zoveel betrokken makers bij elkaar die ideeën uitwisselen en expertise delen, zorgt voor een sterker cultureel veld in Brabant”, zegt Petra. “Ik zag al snel dat het waardevol is om met een aantal kunstinstellingen samen, makers verder te helpen. Het is ook best spannend, want je gaat wel met elkaar kunstenaars aan de slag en deelt je netwerk met elkaar.”

Veilige ontwikkelplek

In de eerste editie van jump! in 2014, een pilotversie, onderzocht ze hoe galerieën onderling samen konden werken om jonge kunstenaars te helpen ontwikkelen. “Een kennismaking met het culturele veld en een veilige plek voor hen om organisch iets te creëren. Rustig starten met kunst maken, zonder dat er van alles ‘moet’. We sparren met de talenten over hun positie in het veld”, vertelt Petra.

Inmiddels is jump! aan de derde lichting kunstenaars begonnen. Het traject beslaat anderhalf jaar en valt binnen het TalentHub Brabant-programma. Voor iedere discipline is hierin een aparte ‘hub’ waarin talenten coaching krijgen en een persoonlijke en artistieke ontwikkeling doormaken. Bijzonder aan jump! is dat drie galeries, een museum, een werkplaats én een presentatie-instelling samenwerken en hun kennis en netwerk beschikbaar stellen.

5995
expositie Salvo bij Pennings Foundation Foto: Vincent van Baarle

Bijzondere samenwerking

De derde editie startte in januari 2021 voor twaalf nieuwe kunstenaars. De makers krijgen de kans zich op artistiek vlak te ontwikkelen en krijgen vaardigheden aangereikt die ondersteunend zijn in het opbouwen van hun beroepspraktijk. “We laten bijvoorbeeld zien wat de rol van kunstinstellingen is. Iedere galerie is heel anders. De talenten zien wat verschillende galerieën voor hen kunnen betekenen en wat de werkwijze van een museum is. Via jump! ontdekken ze wat bij hen past. We betrekken het hele veld en daardoor is het echt een versteviging van het Brabantse cultuursysteem.”

Er komen allerlei disciplines voorbij: fotografie, schilderkunst, 3D of een mengvorm daarvan. Juist om deelnemers met elke discipline in aanraking te brengen en zich te vormen. “Het is interessant en een kans om te experimenteren binnen jump!”, zegt Petra. “Zo werkte Guido van Amelsfoort eerst vooral met keramiek en wilde hij nu leren brons gieten. Hij heeft zich daar helemaal in verdiept en heeft een nieuwe dimensie aan zijn beroepspraktijk toegevoegd.”

Makers centraal

"Het zoeken naar nieuwe samenwerkingsvormen en verbanden binnen het culturele veld is heel belangrijk binnen dit traject”, zegt Petra. “Ik vind het mooi om te zien dat er zichtbare samenwerkingen ontstaan tussen de makers en de instellingen. We bieden een ontwikkel- en een expositieplek aan de kunstenaars. Het is een doorontwikkeling van de maker als mens en van zijn beroepspraktijk.”